Gisteren ben ik in de homestudio van mijn zoon Stefan bezig geweest om het eerste hoofdstuk van ‘In de Tusschentijd’ in te spreken. Voorlezen is anders dan ‘stil’ lezen, zeker als je dat lang en geconcentreerd achter elkaar doet. Je gevoel voor timing van je verhaal wordt er anders van. Als je veel voorleest kruipt de aloude ‘orale traditie’ weer meer in je schrijven. Voorlezen maakt dat je meer in de sfeer van het verhaal komt, het is intenser. Ook als luisteraar.
Afgelopen zomer hadden we ‘Zomerhuis met zwembad’ van Herman Koch als luisterboek ge-… ja wat, beluisterd dan maar, en dat beviel heel goed. Het aparte is ook dat een boek weer een socialer medium wordt. Lezen doe je in je eentje, maar luisteren doe je samen. Je kunt het verhaal af en toe onderbreken om van commentaar te voorzien. Het vraagt wel om iets wat je met je handen kan doen. Net als radio, daar ga je niet voor zitten, maar heb je aanstaan in de auto of bij het koken. Een forenzende collega vertelde dat in de auto luisterboeken voor haar het favoriete alternatief waren voor irritante radioprogramma’s.
Het idee om mijn eigen boek ook als luisterboek uit te brengen had ik al veel langer. Ik ben sterk geneigd te denken in termen van film, zodat ik vaak aan het puzzelen ben om filmische middelen te vertalen naar literaire middelen. Of een geschreven verhaal naar een multimediaal verhaal. Het aantrekkelijke van een luisterboek is dat het iedere vorm kan krijgen tussen simpel voorlezen en een hoorspel met alles er op en er aan. Hierdoor zit je niet direct vast aan hoge productiekosten, waardoor alle aandacht wordt opgeslokt door zakelijke beslommeringen.
Voor de jaarwisseling wil ik het eerste hoofdstuk bij wijze van experiment als vrij-beschikbaar luisterboek op internet te zetten. Of ik mijn hele roman als luisterboek ga aanbieden, laat ik afhangen van wat ik zelf vind van de resultaten en van de reacties op het eerste hoofdstuk.