Bijgeloof heeft veel prachtige verhalen opgeleverd, zoals het meerdere keren verfilmde ‘The Postman always rings twice’, van James M. Cain. Je kunt het vertalen met ‘Niemand ontkomt aan zijn noodlot’. Je lot ligt vast en je kunt de boodschapper misschien een keer wegsturen, maar het zal hem een keer lukken om de boodschap over te brengen. Als niet-bijgelovige, rationele mensen lachen wij hier natuurlijk om, maar toch kennen de meesten van ons het gevoel dat je moet oppassen dat je weer een fout zal maken, nadat je even daarvoor iets onhandigs had gedaan. Het gevoel van ‘nu moet ik op mezelf passen, want ik doe gekke dingen’. Bijvoorbeeld een domme actie in het verkeer, die maar net goed was afgelopen en dat je in reactie daarop bijna overdreven ingehouden en voorzichtig gaat rijden. Maar is dit wel bijgeloof? Soms noemen we iets wat we niet kunnen uitleggen ten onrechte bijgeloof en kun je maar beter wel luisteren naar dat stemmetje in jezelf. Zoals in het geval van die fout in het verkeer.
Intuïtie, het onderwaterdeel van je verstand
Van alles wat er in een mens omgaat, valt maar een klein deel binnen het bereik van je bewustzijn. Ik hou voor mezelf de vergelijking aan met een ijsberg: één tiende komt boven water. Wat boven water uitsteekt, is nog steeds erg veel en daarover moet je je beperkte aandacht ook nog eens verdelen. Je onbewuste is je automatische piloot die alle andere dingen voor je afhandelt als je je aandacht even aan één ding moet geven. Intuïtie zie ik als een ander woord voor je onbewuste. Je intuïtie is dat stemmetje in jezelf dat je zegt dat iets wel of niet ‘goed voelt’. Lekker vaag en wollig en intuïtie werd ook heel lang voor bijgeloof versleten. Als je het niet in rationele bewoordingen kon uitleggen, dan vond men het onzin. Dat lijkt me meer iets te zeggen over de beperkte mogelijkheden van ‘rationele bewoordingen’ dan over de zinnigheid van je intuïtie. Het lijkt me heel verstandig om ergens nog eens een nachtje over te slapen als ‘het niet goed voelt’.
Je automatische piloot
Onderschat je intuïtie – je automatische piloot – niet. Het klinkt alsof je intuïtie alleen geschikt is voor eenvoudige, routinematige klusjes. Recent onderzoek naar menselijke besluitvorming suggereert dat het andersom is. Het lijkt er meer op dat de redenatie achteraf wordt gefabriceerd, nadat je onbewust de beslissing al hebt genomen. Net als een persbericht van de directie van een grote organisatie, nadat de diverse, betrokken afdelingen de kwestie ‘onder water’ al hadden afgehandeld en dit achteraf aan de directie hadden gemeld.
Je rationele verstand is alleen geschikt voor rechtlijnige analyses en kleine beslissingen. Er is een mooi woord voor de zwakke kant van je rationele verstand: rationaliseren, oftewel doorredeneren terwijl je weet dat het onzin is. Complexe beslissingen met grote gevolgen kun je alleen op een goede manier nemen door op je intuïtie af te gaan.
Hoeveel je onbewuste afhandelt, en hoe sterk je daarvan afhankelijk bent, merk je pas als hij het even niet zo goed doet. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als je de vorige avond flink bent doorgezakt, of als je een stevige griep onder de leden hebt, of op een andere manier behoorlijk van je à propos bent gebracht. En dat is dan nog maar een kleine rimpeling in het functioneren van dat machtige apparaat. Als ons onbewuste serieus ontregeld raakt, zijn we volslagen hulpeloos.
Vliegtuigongelukken
Vliegtuigongelukken met moderne vliegtuigen gebeuren meestal niet omdat de automatische piloot faalt, maar omdat de piloot op een verkeerde ingrijpt op de automatische piloot. Soms is er een klein probleem met een incidentele misrekening door of ontregeling van de automatische piloot, maar zou een korte ‘reset’ het probleem effectief hebben opgelost. Doordat de piloot echter de automatische piloot niet snel weer inschakelt en vervolgens grossiert in ‘menselijke fouten’, loopt het fataal af.
Goede managers zijn helemaal niet rationeel, maar weten heel ‘verstandig’ gebruik te maken van hun intuïtie. Goede wetenschappers trouwens ook, het echte denkwerk is een kwestie van associatieve denksprongen weten te maken … daar is je rationele verstand niet geschikt voor.
In de periode voor Freud dachten we dat een mens een rationeel wezen was, uitzonderingen daargelaten. Daarna moesten we met het schaamrood op de kaken bekennen dat we soms wel eens ‘bijgedachtes’ hadden. Hersenonderzoekers van deze tijd vragen zich hardop af of we nog wel eens iets anders doen dan het produceren van ‘bijgedachtes’, oftewel wat eigenlijk het nut is van ons bewustzijn. Wat doet het eigenlijk? Mijn intuïtie zegt mij dat de rol van ons bewustzijn vooral ligt op het vlak van gerichte aandacht geven aan zaken die dat nodig hebben en het coördineren en schakelen tussen verschillende aandachtsgebieden. Voor de praktiserende mens is het de grote vraag hoe je je intuïtieve en je rationele verstand moet inzetten, wanneer de ene en wanneer de andere.