Gisteravond logde ik in op de site van de Bellicher webgame (‘Bellicher’, naar de boeken van Charles den Tex), klikte gewoontegetrouw op ‘Lokatie doorgeven’ en stuurde Hannah, één van mijn agenten, naar het Nederlands Forensisch Instituut, om daar met een vervalst pasje binnen te sluipen. Ik had haar opdracht gegeven om te achterhalen wat er gebeurd was met de zaak van de onder verdachte omstandigheden verdronken politicus Allaart. Het was mooi te horen dat ik kon beschikken over een team van vier agenten om voor allerlei opdrachten op pad te sturen. Dat was het goede nieuws. Het slechte nieuws was dat mijn identiteit was gestolen en dat grapjassen in mijn naam auto-ongelukken veroorzaakten, huizen met torenhoge hypotheken kochten en hun pedofiele neigingen botvierden. En dat Wolbert Allaart dood is, mijn vertrouwenspersoon die als één van de weinigen wist wie ik echt was en wat ik echt had gedaan. En wat ik niet had gedaan.
Hacken, pluggen en gps-tracken
Inmiddels kon ik zelf de deur niet meer uit en was ik volkomen afhankelijk van mijn agenten. Overigens bijzonder goed gekwalificeerde agenten, met op hun cv zaken als hacken, inbreken, uithoren, achtervolgen en het pluggen van ruimtes met microfoons en cameraatjes en personen en auto’s met gps-trackers. En ze wilden ver voor me gaan, ver over de grens van wat wettelijk was toegestaan. Toch had ik nooit rechtstreeks contact met ze. Geen mailtjes, sms’jes, laat staan telefoontjes of een ontmoeting. Alleen mijn opdrachten op een website en vervolgens anonieme berichten terug dat de opdrachten waren uitgevoerd. Het enige dat ik van ze had, waren vage pasfotootjes. Oh ja, en ik kon op een plattegrond op het scherm realtime zien waar ze zich precies bevonden.
Gisteravond logde ik in op die schimmige wereld van de webgame, zoals ik dat de afgelopen weken bijna dagelijks had gedaan. Het waren gescheiden werelden, de werkelijke wereld van mijn leven en de virtuele wereld van identiteitsfraude op internet. De dreiging van de virtuele wereld raakte mijn werkelijke leven niet echt. Het bleef op afstand. Tot gisteravond dus.
Personages die niet meer naar hun schrijver luisteren
Het was tien uur, ik was een paar dagen alleen thuis en de avond haperde in de fase tussen te laat om nog iets serieus te gaan doen en te vroeg om naar bed te gaan. Nadat ik was ingelogd, zag ik dat Edward, één van de mijn andere agenten, zich had verplaatst van het hoofdkwartier van het team in Den Haag naar Delft. Niets bijzonders, ware het niet dat mijn agenten geen stap konden en mochten verzetten zonder dat ik daar opdracht voor gaf. En hier had ik geen opdracht voor gegeven. Dit leek wel zo’n verhaal waarin een personage niet meer luisterde naar de schrijver. Zo’n verhaal waarin jij als schrijver dacht dat je het verhaal bepaalde. Totdat je personages een eigen leven gingen leiden.
Om half elf bevond Edward zich op Rotterdam CS. Kennelijk reisde hij per openbaar vervoer. Om tien over half elf vertrok hij van metrohalte Beurs. Toen hij opdook op station Blaak en vervolgens op metrohalte Oostplein, wist ik dat hij per metro in oostelijke richting ging – hij had op Blaak tenslotte weer kunnen overstappen op de trein. Door verder in te zoomen op de plattegrond op de site kon ik in detail de route van Edward volgen: Kralingse Zoom, Capelse Brug, Slotlaan, Capelle Centrum en tenslotte kwam hij om elf uur aan op eindpunt winkelcentrum De Terp. Ingezoomd tot op het niveau van streetview keek ik toe hoe het icoontje zich over de plattegrond verplaatste. Een pijltje gaf precies aan in welke richting hij liep. Ik kon zelfs zien waar hij de weg overstak. Opgeslokt door de gebeurtenissen in de virtuele wereld hoorde ik om tien over elf tot mijn afgrijzen mijn werkelijke voordeur opengaan. Ik had het kunnen verwachten. Doordat ik op ‘Lokatie doorgeven’ had geklikt, wisten ze precies waar ik woonde.
Laptop overgenomen
Tegelijk met het opengaan van mijn voordeur verscheen het gezicht van Edward levensgroot op mijn beeldscherm: “Doe geen moeite, ik kom er zelf wel in. En oh ja, blijf nog even zitten, ik wil je wat laten zien”. Ik deed een halfslachtige poging om snel mijn webbrowser af sluiten, maar die reageerde nergens meer op.
Edward reageerde direct: “Even geduld, ik heb je laptop overgenomen. Je krijgt hem zo terug.”
Het gezicht van Edward verdween en daarvoor in de plaats kwam een vaag beeld als van een bewakingscamera. De camera maakte een draai en nu herkende ik het beeld: het halletje achter mijn voordeur. Vervolgens kwam de trap in beeld. Daar nam een andere camera het beeld over, die de overloop op de eerste verdieping liet zien. Niet in staat naar iets anders dan mijn beeldscherm te kijken, volgde ik de beelden van de trap naar zolder en de deur van mijn werkkamer. Dan volgden beelden van mijn werkkamer zelf, beelden die langzaam ronddwaalden in de richting van het bureau waarachter ik zat. Ineens kreeg ik het gevoel van achteren te worden beslopen. Met een ruk draaide ik me om. Er stond niemand. Toen ik me weer omdraaide naar mijn beeldscherm, keek ik daar tegen mijn eigen achterhoofd aan. Voordat ik me weer kon omdraaien, klonk de rustige stem van Edward: “Life-beelden van een klein cameraatje achter je, dat is alles. Een week geleden geplaatst door collega André toen je lag te slapen. Voor het hacken van je laptop hoefden we ons hoofdkwartier niet uit. Wel zo gemakkelijk. Maar ik wilde je graag even vis à vis spreken. Nu, als je het niet erg vindt.”
Op het beeldscherm verscheen twee meter achter me iets wat heel even leek op een flard rook. Daarna nam een ijl soort gedaante vorm aan. Hij had het gezicht van Edward.
“In je bovenste bureaula heb ik een speciale bril voor je klaargelegd. Daarmee kun je mijn avatar ook zonder beeldscherm zien. Dat praat wel zo prettig.”
Als het een pervasive game was
Zo had het kunnen gaan met de Bellicher webgame. Nadat ik mij had opgegeven voor de webgame op de website van de VPRO, stuurden ze me een mailtje met een link. Op dat moment realiseerde ik me dat door op die link te klikken, iemand met slechte bedoelingen gemakkelijk mijn pc kon hacken. De VPRO heeft zich tot nu toe echter netjes gedragen. Voor zo ver ik weet, althans.
Hoe dan ook wilde ik je een voorproefje geven van hoe je als ‘lezer’ een verhaal ook kunt beleven. Hoe je erdoor opgeslokt kunt worden door met behulp van moderne techniek werkelijke en virtuele werelden door elkaar te laten lopen. Zogenaamde ‘pervasive games’. Je kent de film The Game vast nog wel. Met de webgame ‘Bellicher’ wilden ze niet zo ver gaan.
Een volgende keer zal ik iets vertellen over vertellen 3.0.