Misschien moet ik opgelucht zijn: vrijdag 13 april halen we niet als opleverdatum van In de Tusschentijd. Geen rampen, maar gewoon te krap gepland. Het wordt nu in de week van maandag 23 april. Morgen krijg ik waarschijnlijk een nieuwe opmaak, waarin mijn correcties van vandaag zijn verwerkt. Morgen of overmorgen gaat hij dan naar de drukker. Wat er dan nog verkeerd in staat, staat er duizend keer verkeerd in, de hele eerste oplage namelijk. Je hebt dingen waar je vantevoren grondig over moet nadenken en er zijn dingen waar je dat vooral niet bij moet doen. Zelf een boek uitgeven is iets van de laatste soort. Ik ben een keer helemaal uit het veld geslagen uit Selexyz thuisgekomen: zoveel boeken, wat heb ik daaraan toe te voegen. Wie zit er op mij te wachten? Zeven jaar in je eentje doorgaan met zoiets volstrekt nutteloos als een roman, het is me wat. Lucebert zei het al: Alles van waarde is weerloos. Ik vat dat op als dat het zijn waarde aan niets anders kan ontlenen dan aan zichzelf … net als mijn boek. Dat bedoel ik met nutteloos. Er zijn twee manieren om dat vol te houden: koester je illusie dat de hele wereld op je zit te wachten, of doe het om wat het voor jezelf waard is. Ook al ben ik best wel eens blij met wat ik heb geproduceerd, probeer ik het bij de tweede benadering te houden.
Volgende keer meer over eBoeken.