De afgelopen dagen was de tijd van de praktische zaken van het uitgeven van drukwerk. Vrijdag werden de laatste tekstcorrecties afgerond en overlegd over de kleur van het papier: net als bij muurverf heb je veel meer soorten wit dan je zou denken. Gisteren kreeg ik nog een grote schrik over de verzendkosten: het gewicht dreigde over de 500 gram te gaan en daarmee in een duurdere tariefgroep te komen. Maar vooral de dikte leek helemaal fout te lopen: als het boek en de verpakking dikker zijn dan 32 mm dan kan het niet meer als brief worden verzonden. Het moet dan als pakket worden verstuurd, waardoor de kosten van 2,50 naar 6,75 gaan! Alternatieven waren papier met een lagere opdikkingsfactor (Heb jij na zwaar tafelen ook wel eens last van een te hoge opdikkingsfactor?) of een andere papiersoort. Dit laatste zou de productiekosten serieus duurder maken.
Nou ja, een storm in een glas water: na nog eens meten en rekenen blijkt het gewicht en rugdikte binnen de marges te blijven. De vormgever bracht de ISO-proef van het omslag langs en dat zag er prachtig uit. Ik was namelijk ongerust dat de omslagfoto te licht zou worden, maar dat bleek te liggen aan een afwijking van de laserprinter. Een ISO-print wordt gemaakt op een geijkte laserprinter en hoewel het nog steeds geen drukwerk is, wijkt het hier veel minder vanaf. Het laatste bericht over de levertijd is dat het woensdag 25 april wordt.