Het eerste wat ik afgelopen weekend deed toen ik terugkwam van vakantie, was recensie-exemplaren versturen naar de media. Nadat ik de distributie in de eerste helft van juli eindelijk rond had, was de komkommertijd inmiddels begonnen. Geen handige tijd om berichten de wereld in te sturen. Maar nu staat het nieuwe seizoen weer voor de deur en daar wil ik bij zijn. Ook heb ik kaartjes aan vrienden, kennissen en relaties gestuurd die nog niets wisten van mijn boek.
Terwijl ik zo bezig was met mijn schrijvers- en uitgeversactiviteiten viel mijn oog op een dubbelinterview in de NRC over de ontwikkelingen in de boekenwereld. Het waren interviews met de schrijver Charles den Tex en de uitgever Mizzy van der Pluijm. Den Tex signaleert een nieuw fenomeen in de boekenwereld: de schrijver-uitgever. ‘Dat ben ik’, dacht ik meteen. Verder vindt Den Tex dat het aan visie ontbreekt bij de Nederlandse uitgevers en ziet de grote uitgevers uit elkaar vallen tot kleine diensten aanbieders. Een balangrijke oorzaken hiervan zouden de komst zijn van het eboek en grote webshops als Apple Bookstore, Amazon.com en Bol.com. Van der Pluijm ziet juist een mooie combinatie van internet en papier ontstaan en nieuwe mogelijkheden voor vruchtbare samenwerking tussen bestaande en nieuwe partijen in de boekenwereld. Zij doet een beroep op alle partijen om zich niet door paniekverhalen uit elkaar te laten spelen.
Mijn ervaring tot zo ver is dat de Nederlandse boekenwereld een gesloten wereldje is, georganiseerd rond de uitgeverijen. Een mooi voorbeeld hiervan is een soort handleiding voor aspirant schrijvers waarop ik een paar jaar geleden stuitte. En wanneer mocht je je schrijver noemen? … als je een contract met een uitgever op zak had. Ook erg boeiend is de voorwaarde om lid te worden van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers: ‘als er tenminste één door u geschreven literair werk van substantiële omvang onder redelijke voorwaarden is gepubliceerd door een professioneel geleide uitgeverij’. Voor onafhankelijk schrijvers als ik is eigenlijk geen plaats, daar is geen rekening gehouden. De distributie van gedrukte boeken en eboeken is ook sterk gericht op de uitgeverijen en hun Centraal Boekhuis. Maar de distributie van eboeken is nog veel erger. Daar heb ik wel met vijf partijen contracten moeten afsluiten om overal verkrijgbaar te zijn.
Als ik op de media afga dan wordt de Nederlandse literaire wereld bevolkt door uitgevers met marketingfrustratie, fusieverdriet en eboekangst. Toen ik begin dit jaar mijn manuscript afrondde, moest ik kiezen hoe ik het wilde uitgeven. Die keuze was ineen niet moeilijk meer: zelf doen.
Mijn voorbeeld is de wereld van de moderne muziek. Daar is de vanzelfsprekendheid van ‘een muziekcarrière begint bij een platenmaatschappij’ al lang doorbroken. Daar is een gevarieerde wereld ontstaan van dienstverleners voor iedere mogelijke vraag die muzikanten hebben in hun muziekactiviteiten, naast de internationale en nationale full service muziekorganisaties, de bekende A- en B-labels. Welke vraag je hebt als muzikant, hangt er vanaf wat je wilt en wat je positie is. De één wil de distributie van zijn zelf geproduceerde cd’jes uitbesteden en de ander is op een dermate grote schaal bezig, dat hij het beste af is met een A-label.
Ik zie wel hoe het uitpakt. Eerst maar eens afwachten wat de reacties zijn op mijn recensie-exemplaren en hopen dat ze ook boeken bespreken van onafhankelijk schrijvers.